Mensen zoeken ook naar Arabier 450 kg Rund 1.100 kg Hond 1,4 – 110 kg
Contents
- 1 Hoe zwaar is een gemiddeld paard?
- 2 Hoeveel ton weegt een paard?
- 3 Welk paard kan 100 kg dragen?
- 4 Hoe zwaar is een draver?
- 5 Wat is een C pony?
- 6 Is het moeilijk om paard te rijden?
- 7 Hoe zwaar mag je zijn voor een C pony?
- 8 Hoe oud moet je zijn om paard te rijden?
- 9 Welk paard kan 100 kg dragen?
- 10 Hoe zwaar is een Haflinger?
Hoe zwaar is een gemiddeld paard?
Indicatie normaal gewicht per ras – Om toch een indicatie te geven waarbinnen een normaal gewicht hoort te liggen bij verschillende rassen, kunnen de volgende marges worden gebruikt:
- 100 – 250 kilo: Shetlanders
- 300 – 400 kilo: Welsh en New Forest pony
- 400 – 450 kilo: Arabier
- 450 – 600 kilo: Fjord/ Haflinger
- 500 – 700 kilo: Warmbloed
- 500 – 800 kilo: Fries/Tinker
- 700 – 1000 kilo: Belgisch Trekpaard
Zoals je kan zien, zijn dit indicaties en is het niet erg precies. Er kan een verschil zijn van soms 300 kilo per ras.
Hoeveel ton weegt een paard?
Hoeveel weegt een paard? Dat is nog niet zo’n gemakkelijke vraag. Sommigen zeggen 1 ton, anderen beweren dat het minder is. Het gewicht is afhankelijk van het ras, het geslacht en hoe gezond het paard is. Maar het gewicht ligt ergens tussen de 380 en 1.000 kg.
Hoeveel weegt een dood paard? Hetzelfde! Tussen de 380 en 1.000 kg. Heb je ooit wel eens aan een dood paard getrokken? Dat is dus heel zwaar! En talloze coaches, trainers en leidinggevenden doen het. Trekken aan een dood paard. Daar word je hartstikke moe van. Trekken aan een paard is al inspannend, maar trekken aan een dood paard, dat is niet te doen.
Je bent namelijk in je eentje de inspanning aan het leveren. Je bent aan het verleiden, overtuigen, uitlokken, helpen, bestraffen. Je maakt je boos, je maakt het weer goed, maar het helpt niet! Niet doen Dus hardwerkende coaches, trainers en leidinggevenden: Niet doen! Stoppen! Onmiddellijk! Het is niet goed voor je, en voor je coachee, deelnemer of medewerker ook niet.
- Die leert helemaal niets.
- Zonde van al die energie.
- De meeste mensen die denken dat ze een dood paard zijn, zitten namelijk in hun #script.
- Ze geloven erin dat ze geen invloed hebben, #miskennen dat ze hun probleem zelf kunnen oplossen en negeren alle informatie die hen kan helpen een stap vooruit te zetten.
Ze leggen zich neer bij hun lot. En de meeste coaches, trainers en leidinggevenden die geloven dat ze een dood paard wel weer aan de praat krijgen, goedschiks dan wel kwaadschiks, zitten ook in hun script. Zij overschatten hun invloed en denken dat dankzij hun hulp of bestraffende woorden de ander in de actie gaat komen.
- Maar wat dan? Het paard laten liggen en stoppen? Afscheid nemen? De ander links laten liggen en negeren? Dat kan altijd nog.
- Maar laten we eerst eens kijken naar iets anders.
- Stop met trekken en ga duwen Wat kan helpen is stoppen met trekken en gaan duwen.
- Is dat niet meer van hetzelfde, hoor ik je denken? Ja en nee.
Je blijft aandacht geven, maar dan anders. Je stopt met investeren vanuit je Ouder (Voedende Ouder of Kritische Ouder) en je schakelt over op het Volwassen-Volwassen kanaal. Je gaat vragen stellen en onderzoeken waar de #miskenning zit. Miskenning betekent dat de ander aspecten van zichzelf, de ander of van de situatie waarin hij verkeert negeert, zonder dat te beseffen.
- Miskenning kan op 4 verschillende niveaus plaatsvinden.
- Miskenningenmatrix Een handige tool uit de Transactionele Analyse om te bepalen op welk niveau de miskenning plaatsvind is de #miskeninningenmatrix.
- Als je weet op welk niveau de coachee, deelnemer of medewerker zijn probleem miskent dan weet je als coach, trainer of leidinggevende wat effectief is om te doen.
Zo zul je nooit aan een dood paard gaan trekken maar wel kleine duwtjes geven zodat de ander zelf gaat staan en lopen. Wat zijn de 4 niveaus? Mensen kunnen: 1. het bestaan van het probleem miskennen (ik heb helemaal geen probleem), 2. de betekenis van het probleem miskennen (het probleem stelt niet zo veel voor), 3.
De veranderbaarheid van het probleem miskennen (ik heb een probleem maar het is niet te veranderen), 4. hun eigen capaciteiten om het probleem op te lossen, miskennen (ik heb een probleem, het is ook best belangrijk maar ik ben niet in staat het te veranderen). Het helpt enorm op deze manier vanuit mildheid naar de ander te kijken als hij of zij (nog) niet kan of wil bewegen.
Mensen blijven niet stilstaan uit rottigheid maar eerder omdat ze zich nog onvoldoende bewust zijn van hoe ze van binnen het veranderproces op slot zetten. Geloof in de eigen verantwoordelijkheid en in het zelfsturend vermogen van mensen zijn de pijlers onder het denken en het doen vanuit TA.
Hoeveel kilo is een paard?
De regel voor wat een paard aankan – Een paard kan doorgaans zo’n 15 tot 20 procent van zijn eigen gewicht dragen. Een groot paard weegt gemiddeld 600 kilo, dus dat betekent dat hij 105 kilo kan hebben. Een zadel is zo’n 10 kilo, waardoor de ruiter 95 kilo mag zijn.
Bron: KNHS De medewerkers van Manege de Bongerd hebben lang nagedacht over een oplossing voor te zware ruiters. “Hoe pak je dat aan zonder mensen te beledigen? We stuurden een mail over de weegschaal. De reacties zijn verschillend: onze klanten zijn positief, maar op Facebook krijgen we soms lelijke reacties.” De manege wil mensen niet wegjagen, maar wil bewustwording creëren.
“Wij willen niet iemands geluk en hobby ontnemen, maar het moet wel te doen zijn voor het paard. Je doet de hobby niet in je eentje.”
Hoe zwaar is een paard van 160?
GEWICHT METEN PAARD
Centimeter | Gewicht |
---|---|
160 cm | 342 kg |
165 cm | 374 kg |
170 cm | 407 kg |
175 cm | 441 kg |
Hoe zwaar is het zwaarste paard?
Nadat we deze week Einstein, het kleinste paard ter wereld, al uitgebreid in de belangstelling brachten, stellen we nu het grootste paard op de planeet voor: Big Jake draaft op de velden in de Amerikaanse staat Wisconsin rond en meet liefst 2m11 voor bijna 1.200 kg!
Hoeveel mag je wegen om paard te rijden?
Over het algemeen ondervinden paarden weinig problemen met tussen de 15 en 20% van hun eigen gewicht. Dit is inclusief tien kilo voor het harnachement. Een voorbeeld: een paard met een gewicht van 600 kilo kan bij gemiddeld 17,5% van zijn eigen gewicht dan 105 minus 10 kilo (harnachement) is 95 kilo dragen.
Welk paard kan 100 kg dragen?
Draagkracht: wat kunnen paarden dragen? Uit: VrijRuiter, door Suzanne Admiraal. Niet zo lang geleden stond heel Nederland op zijn kop vanwege de ‘ponypletter’. Geheel terecht uiteraard, want wat die beelden lieten zien was op zijn zachtst uitgedrukt misselijkmakend.
- In het geval van de ponypletter was het overduidelijk: deze ‘ruiter’ is te groot en te zwaar voor haar ‘rijdier’.
- Het arme beestje (dat nu gelukkig tevreden en gezond ergens in een wei schijnt te staan) zakte spontaan door zijn beentjes.
- Maar waar ligt nu eigenlijk de grens? En is er überhaupt zoiets als een ‘grens’ als het aankomt op een voor een paard gezond en acceptabel ruitergewicht? En hoe zit dat met maximale lengte? Is er een ‘maximaal verschil’ tussen de lengte van de ruiter en de schofthoogte van een pony of paard? Deze vragen hebben de afgelopen tijd bijna niet aflatend door mijn hoofd gespookt.
Het geval wil namelijk dat ik, met mijn 70 kg en ruim 1.80 meter, nogal verliefd ben geworden op een zevenjarige vosruin met een stokmaat van zo’n 1.47. Zijn naam is Syam, en hij is geboren en getogen op de hoogvlaktes van de Jura, waar hij nu nog steeds met zijn kudde rondloopt.
- Zoals de Fransen het zo mooi uitdrukken is hij ‘ONC’: een vuilnisbakkenras.
- Zijn functie is toeristen vanaf zijn rug de ruige en rustige pracht van de Jura te tonen.
- Syam is een stevig gebouwde pony, dat wel.
- Maar zou hij ook stevig en sterk genoeg zijn om mij de komende twintig jaar op zijn rug mee te sjouwen? Het laatste wat ik wil is zijn rug en benen de vernieling in helpen met mijn gewicht.
Een fanatieke zoektocht naar het antwoord op de gewicht/lengte kwestie volgde. Het forum van Bokt.nl was mijn eerste vergaarplaats van informatie. Maar zoals wel vaker het geval met forums, bood deze bron weinig duidelijkheid of bevredigende informatie.
- De ene ‘bokker’ schrijft zonder enige problemen met 70 kilo op een Welshje van 1.36 rond te rijden, terwijl de ander haar 55 kilo toch al wel wat veel vindt voor haar pony van 1.45.
- Eigenlijk hangt het hele forum aan elkaar van heen en weer gesteggel van meningen en ervaringen die maar moeilijk met elkaar te vergelijken zijn.
Immers, de ene pony van 1.45 is de andere niet, en wat de ene ‘zielig’ vindt, blijkt voor de ander prima te werken. Ook is een veel aangehouden maatstaf ‘het plaatje’. Een antwoord op wat een pony of paard nou daadwerkelijk aankan, zul je er niet snel vinden.
- Hoogste tijd dus om wat ‘wetenschappelijker’ bronnen aan te snijden.
- Ik stuitte op een artikel op de Nieuw-Zeelandse website Horsetalk.co.nz, dat een recent Brits onderzoek aanhaalt (Dr Hayley Randle & Emma Halliday, 2013).
- De informatie was behoorlijk schokkend: slechts één op de twintig ruiters zou binnen de zogenaamde ‘optimale gewichtsratio’ voor zijn paard vallen.
Twee derde van de ruiters past nog net binnen de ‘acceptabele gewichtsratio’; het overige één derde deel van de recreatieve ruiters is volgens het onderzoek ronduit te zwaar voor zijn paard. De gevolgen? Rugproblemen, kreupelheid en gedragsproblemen als bokken en steigeren.
De percentages die Randle en Halliday verbinden aan hun ‘ruiter-tot-paard lichaamsgewicht-ratio’s’ verklaren het geringe aantal ruiters dat onder het kopje ‘optimaal’ valt, en lijken in veel gevallen ook niet haalbaar. Als optimale ratio wordt genoemd een ruiter van maximaal 10% van het lichaamsgewicht van het paard.
Dat zou dus willen zeggen dat ik met mijn 70 kilo een paard nodig heb van minimaal 700 kilo. In dat geval had ik beter naar de veemarkt kunnen togen voor een Comtois-dikbilpaard, in plaats van de Jura in te trekken. En IJslanders? Die kunnen dan maar beter als eco-grasmaaiers worden gepromoot.
- De ‘acceptabele ratio’ dan: deze loopt tot 15% van het lichaamsgewicht van het paard.
- Dat klinkt al een stuk schappelijker.
- Ruiters van meer dan 15% van het lichaamsgewicht van hun paard worden een ‘welzijnsrisico’ genoemd, en diegenen van 20% van het gewicht van hun rijdier mogen zichzelf volgens Randle en Halliday als ‘welzijnskwestie’ beschouwen.
Toch weten de Britse onderzoekers hun eigen resultaten wel te relativeren. Zo geven ze toe dat de percentages weinig realistisch zijn, en vooral als richtlijn beschouwd dienen te worden. Ook bekennen ze geen rekening gehouden te hebben met leeftijd en ras van het paard, de tak van de paardensport die beoefend wordt en de rijkunsten van de ruiter.
Bepaald geen onbelangrijke factoren, lijkt mij zo. Niet genoemd maar wel belangrijk lijkt mij daarnaast de training en bespiering van een paard; in welke mate leert een paard het ruitergewicht ‘goed’ te dragen, en in hoeverre kan hij dit al van zichzelf? Daarnaast moet natuurlijk in acht genomen worden dat het gewicht van het paard waar vanuit gegaan wordt, het gezonde gewicht van het dier is.
Een moddervette Fjord kan niet opeens een zwaardere ruiter dragen dan een rasgenoot die een gezond gewicht heeft. Sterker nog: het dikke dier moet zijn eigen last al dragen, waardoor er minder draagkracht overblijft voor het ruitergewicht. Zo bekeken kun je je afvragen of sommige pony’s überhaupt wel met ruiters belast zouden mogen worden.
- Een aantal aandachtspunten en kanttekeningen dus, maar weghonen moeten we dit onderzoek zeker niet.
- Doel is het opstellen van een wetenschappelijke richtlijn in de ‘paardenindustrie’, met oog op gezondheid en welzijn van het paard.
- En dat kunnen we natuurlijk alleen maar aanmoedigen.
- Ik besloot de richtlijnen van de Britten voor te leggen aan Jean-Yves, eigenaar Syam en zo’n 59 andere paardachtigen in de Haut-Jura.
Nu is een verkoper misschien niet de meest objectieve persoon als het aankomt op dit soort zaken, maar Jean-Yves is niet zomaar een verkoper. Hij is een bijzondere man. Eén die op een bijzondere manier communiceert met zijn paarden, die ervoor zorgt dat mens en dier rustig bij hem wordt en zich op zijn gemak voelt.
- Een man die ‘de taal van het paard’ belangrijker vindt dan de verschillen tussen de Nederlandse en de Franse taal.
- Eén met de bergen van de Jura en zijn prachtige, pure dieren.
- Zijn antwoord luidde als volgt: ‘ Bonsoir Suzanne, ik weet niet precies wat Syam weegt, maar ik denk niet dat hij aan de 480 kg komt.
Maar ik ben er zeker van dat hij erg sterk is, dat heeft hij van zijn vader en moeder meegekregen. Een blik op zijn benen volstaat om te zien dat het een zeer ‘solide’ paard is! Ik denk dat deze regel vrij theoretisch is. Ik denk daarbij aan Mongoolse paarden ‘très petits’, die gedurende vele uren per dag mannen van meer dan 75 kilo dragen.’ Mijn gevoel zegt dat Jean-Yves een punt heeft.
Het ene paard is het andere niet, benen en bespiering kunnen een enorm verschil maken. Ik hoef niet naar de veemarkt en IJslanders zijn zo veel meer dan grasmaaiers. En toch, toch wil ik nog een ‘wetenschappelijk’ bewijs. Want ik wil het oordeel van een paardenman in hart en nieren en mijn eigen gevoel niet weghonen, maar ik wil ze ook zeker niet overschatten ten koste van een ponyrug.
Na enig intensief speurwerk tijdens werktijd kom ik terecht bij een onderzoek van Kentucky Equine Research. Ook niet bepaald de eerste de beste schreeuwerd als het op paardenkennis aankomt. Op hun staan talloze gepubliceerde onderzoeken, waarvan een deel direct gratis toegankelijk is.
Was het onderzoek van Randle en Halliday verontrustend, dat van Kentucky Equine Research is een stuk geruststellender. Niet omdat het KER het niet zo nauw neemt met paardenwelzijn, maar omdat het veel meer factoren in acht neemt dan alleen het ruiter- en paardengewicht. Eén van die factoren is het verschil tussen pony’s en paarden.
Kunnen paarden volgens het onderzoek zonder problemen maximaal 20% van hun eigen lichaamsgewicht dragen, bij pony’s ligt dit percentage veel hoger: zo rond de 35 à 40%. Een verademing voor mij, en met mij vele andere recreatieruiters. Wat pony’s meer draagkracht geeft dan hun grotere soortgenoten, is hun bouw en bespiering.
- Niet zelden hebben ze meer spiermassa, degelijker beenwerk en een kortere rug ten opzichte van hun grootte.
- Deze eigenschappen maken de pony, om in de woorden van Jean Yves te spreken, ‘solide’.
- Paarden met brede lendenen kunnen naar verhouding meer dragen.
- Foto: justkarin.nl) Niet alleen het verschil in bouw tussen paard en pony, maar ook het verschil in bouw tussen pony’s en paarden onderling is van belang.
Paarden die breder zijn bij de lendenen, kunnen meer hebben dan de smallere exemplaren. Ook op de benen moet een blik geworpen worden, zoals Jean Yves al opmerkte. Gespierde, stevige benen op flinke, welgevormde hoeven, kunnen over het algemeen meer dragen dan knokige beentjes op kleine hoefjes.
- Naast type en bouw neemt het KER nog een aantal andere factoren in overweging: training, conditie, leeftijd en de intensiteit van het werk.
- Zoals verwacht kan een paard dat door de juiste training zijn kracht en de balans heeft ontwikkeld en weet hoe hij zijn lichaam moet gebruiken, meer gewicht dragen dan een ongetraind of verkeerd getraind paard.
Paarden die regelmatig werken en een goede conditie hebben, kunnen beter en meer efficiënt presteren dan wat de Amerikaanse onderzoekers heel treffend ‘pasture potatoes’ noemen. Hier komt ook de pony met overgewicht versus het dier dat geen grammetje vet te veel meezeult om de hoek kijken.
Verder spreekt het voor zich dat een oud dier dat niet meer de kracht en gezondheid van zijn jonge jaren bezit, bij voorkeur een lichtere ruiter heeft. Ook is het misschien niet zo’n goed idee om als grote, forse dame een arabiertje over hoge hindernissen te gaan jagen, terwijl een rustig buitenritje voor allebei leuk kan zijn.
Denk hierbij aan ‘backpacken’: rondtrekken met een grote rugzak op je rug. Van trein op trein overstappen gaat prima, een berg op zeulen wordt al wat lastiger, en ergens overheen springen laten we dat maar aan de sterke mannen van de Landmacht overlaten.
- Omdat Kentucky Equine Research veel meer factoren bij het onderzoek betrekt dan Randle en Halliday doen, hecht ik meer waarde aan de Amerikaanse onderzoeksresultaten.
- Bovendien ‘weet’ iedereen dat een Fjord of een IJslander naar verhouding veel meer gewicht kan dragen dan een fragiele volbloed.
- Qua gewicht zit het dus wel goed tussen Syam en mij, daar hoef ik me geen zorgen over te maken.
Over lengte in relatie tot schofthoogte kon ik minder informatie vinden. Hoewel er op Bokt.nl diverse ‘stelregels’ worden geponeerd (variërend van een maximaal verschil van 20 tot 40 centimeter, afhankelijk van het formaat van het eigen paard), rept het onderzoek van het KER enkel over de balans van ruiter en paard.
- Zolang je als ruiter een goede houding hebt en jij zelf of je paard niet uit balans raken, is er geen reden tot paniek.
- Na een week lang nadenken en veel leeswerk kan ik concluderen dat er niet zoiets is als ‘een regel’.
- Jean-Yves, die bijzondere paardenman in de bergen, had gelijk.
- Natuurlijk is het goed dat er bepaalde richtlijnen zijn, en die zijn er ook niet voor niks.
Maar uiteindelijk moeten er veel verschillende factoren in overweging worden genomen als het gaat om de gewicht/lengte kwestie. ‘Het paard’ bestaat niet: het is geen massa geproduceerde Ikea-tuinbank met een maximaal draagvermogen. Ieder type, ras en ieder dier heeft zijn eigen eigenschappen die bepalen wie er wel en wie er liever niet op zijn rug kan klimmen.
Zodra het weer en de tijd het toelaten, ga ik weer naar de Jura. Hoe zwaar is ‘te zwaar’? Een van de meest geciteerde standaarden komt van de U.S. Cavalry Manual of Horse Management. Daarin staat dat ruiter en optoming niet meer mogen wegen dan 20 procent van het gewicht van het paard. Die optoming is belangrijk, een westernzadel weegt veel meer dan een Engels zadel.
Deze regels zijn opgesteld aan de hand van militaire ruiters en wetenschappelijke studies hebben hem door de jaren heen nog steeds geciteerd. Een ander van de Staatsuniversiteit van Ohio uit 2008 mat stress- en pijnindicatoren bij paarden voor, tijdens en na het dragen van 15, 20, 25 of 30 procent van hun lichaamsgewicht.
- De paarden moesten gedurende 45 minuten trainen om een gemiddelde les na te bootsen.
- De onderzoekers zagen dat de paarden spierpijn kregen wanneer ze de 20 kilo grens over gingen.
- Vanaf de 30 procent ging het snel.
- Paarden die 25 of 30 procent van hun lichaamsgewicht droegen hadden een hogere hartslag, ademhaling en temperatuur vergeleken met paarden die 15 of 20 procent droegen.
Deze bevindingen bevestigen dus de oude cavalerierichtlijn. Niet elk lichaamsgewicht is gelijk geschapen Maar dit alles kun je natuurlijk niet over één kam scheren. Moet je van een Volbloed verwachten dat hij hetzelfde kan dragen als een Quarter Horse van hetzelfde lichaamsgewicht? De Staatsuniversiteit van Ohio onderzocht dit vraagstuk door niet alleen te kijken naar lichaamsgewicht, maar ook naar de hoeveelheid bot.
- Dit wordt gedaan door de omtrek van het midden van het pijpbeen te meten.
- De onderzoekers maten ook de breedte van de lendenen van elk paard.
- Ze ontdekten dat de resultaten omgekeerd correleerden met spierpijn.
- Met andere woorden: paarden met meer bot en bredere lendenen leken beter gewicht te kunnen dragen zonder negatieve effecten.
Maar mijn paard doet het prima Deze studies zijn interessant voer voor academische doeleinden, maar als het gaat om het toepassen in de echte wereld, is het niet zo eenvoudig. Het lijkt misschien dat je paard het prima doet, zelfs al wordt hem gevraagd meer dan twintig procent van zijn lichaamsgewicht te dragen, dus waarom zou je je zorgen maken? Paarden zijn vaak stoïcijns.
Ze werken door ondanks ongemak, omdat ze gefokt en getraind zijn om dit te doen. En zelfs wanneer ze tekenen vertonen van lichte pijn of kreupelheid, is het vrijwel onmogelijk om met zekerheid te zeggen dat dit probleem komt door het gewicht van de ruiter. Veel paarden die niet veel gewicht moeten dragen raken op een mysterieuze wijze kreupel en paarden die jaren moeten rijden met een te zware last blijven heel lang goed voordat er problemen ontstaan.
Een gewichtsprobleem Ruitergewicht is een gevoelig onderwerp. Aan de ene kant bestaan er terechte zorgen over onze hedendaagse levensstijl die zorgt voor een ongezond gewicht. Er is een opwaartse trend in obesitas en ook ruiters zijn hierin geen uitzondering.
Daarmee neemt ook de last toe die we onze paarden vragen te dragen. Aan de andere kant is het moeilijk om de legitieme zorgen over ruitergewicht te scheiden van de oppervlakkige obsessie om mager te zijn. De paardenwereld is druk bevolkt met jonge meisjes en vrouwen, die in de stal hun uitvlucht vinden van de buitenwereld.
Een vergrootglas op ruitergewicht zet alleen maar druk op het ideaalbeeld, werkt een negatief gevoel van eigenwaarde in de hand en moedigt eetstoornissen aan. Studies hebben aangetoond dat discriminatie van mensen met overgewicht een serieus probleem is.
- Niemand wil dat soort problemen op stal halen.
- Maar voor ruiters moet welzijn van het paard bovenop staan.
- Dat betekent niet dat volwassenen met overgewicht niet kunnen rijden.
- Het betekent wel dat er realistisch gekeken moet worden.
- Er moet een geschikte keuze op paardengebied worden gemaakt: moet je afvallen om op je huidige paard te blijven rijden? Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar maar weinig paardeneigenaren zullen zeggen dat het welzijn van hun paard al de moeite niet waard is.
Voor ruiters die op zoek zijn naar een paard is het probleem wat makkelijker op te lossen. Tanden op elkaar en ga op de weegschaal staan. Neem je optoming mee in het plaatje en kijk alleen naar paarden die geschikt zijn voor jou. Dat zorgt voor blijere, gezondere paarden en een goede relatie tussen paard en ruiter op de lange termijn.
Schofthoogte | Indicatief gewicht (kg) | Maximaal gewicht ruiter (kg) |
A-pony (tot 1.17 m) | 200 – 300 kg | 30 – 45 kg |
B-pony (1,17 – 1,27 m) | 250 – 350 kg | 37,5 – 52,5 kg |
C-pony (1,27 – 1,37 m) | 300 – 400 kg | 45 – 60 kg |
D-pony (1,37 – 1,48 m) | 350 – 450 kg | 52,5 – 67,5 kg |
E-pony (1,48 – 1,57 m) | 400 – 500 kg | 60 – 75 kg |
Paard (1,57 – 1,65 m) | 450 – 550 kg | 67,5 – 82,5 kg |
Paard (1,65 – 1,70 m) | 500 – 600 kg | 75 – 90 kg |
Paard (1,70 – 1,75 m) | 650 – 750 kg | < 90 kg |
Paard (1,75 – 1,80 m) | 700 – 750 kg | < 90 kg |
Paard (1,80 – 1,85) | 750 – 850 kg | < 90 kg |
ul> Indicatie gewicht enkele paardenrassen Shetlander: 200 – 250 kgWelsh pony: 205 – 340 kgIJslander: 300 – 450 kgArabier: 400 – 500 kgVolbloed: 460 – 600 kgWarmbloed: 500 – 700 kgFries: 500 – 700 kg Bron:
: Draagkracht: wat kunnen paarden dragen?
Wat weegt 1000 kilo?
1 ton = 1000 kilo.
Hoe zwaar is een Haflinger?
Antwoord: – Een richtlijn voor de hoeveelheid ruwvoer per dag is: ca.1 – 1,5 kg per 100 kg lichaamsgewicht. Een haflinger weegt ca.400 – 500 kg. Lees meer over het gewicht van je paard. Dit betekent dat hij ca.4 – 7,5 kg ruvoer mag krijgen. Afhankelijk van de kwaliteit van het ruwvoer en de conditie van het paard.
- Het kreunen van je Haflinger heeft hoogstwaarschijnlijk niets te maken met de hoeveelheid ruwvoer.
- Als je een arme kwaliteit hooi geeft dan kun je eigenlijk nooit teveel voeren, als de je conditie maar goed in de gaten houdt door middel van een conditiescore,
- Als hij last heeft van nerveusheid tijdens het rijden, dan is het goed om zo min mogelijk krachtvoer te geven.
Er zijn speciale voeders voor Haflingers of sobere rassen verkrijgbaar. Of je kunt het krachtvoer vervangen door bijvoorbeeld een vitaminekoek, Deze leveren alle vitaminen en mineralen die je Haflinger nodig heeft, maar bevatten weinig energie en eiwit.
Hoe zwaar is een draver?
Login
Shetlander | 200-250 kg |
---|---|
Arabier | 400-450 kg |
Licht rijpaard | 450-550 kg |
Draver | 450-550 kg |
Normaal rijpaard | 550-700 kg |
Kan een paard vol zitten?
Antwoord VoerVergelijk.nl – Voor een bolle, opgeblazen buik kunnen verschillende (meestal onschuldige) oorzaken zijn. Een ogenschijnlijk gezond paard dat ondanks regelmatige training een bolle buik heeft mankeert medisch meestal niets. Zeker als het dier zich net als normaal gedraagt, een glanzende vacht heeft, niet lusteloos is, normaal eet, etc., is er geen reden voor zorgen.
Een body condition score, ofwel een grondige check van de lichaamsconditie, kan helpen te bepalen of je paard echt niet te dik is. Vaak worden voor de definitie ‘dik’ namelijk verschillende maatstaven gebruikt. Bij een paard wat te dik is, zijn de ribben nauwelijks of niet voelbaar, is de manenkam vaak dik en hard en zitten er vetkussens achter de schouder en bijvoorbeeld bovenaan de staartwortel.
Verder ligt de ruggengraat van een te dik paard vaak verzonken in rugvet. Is je paard echt niet te dik, dan kan een grasbuik de oorzaak zijn. Een grasbuik wordt zo genoemd omdat het vaak voorkomt bij paarden die veel op de weide staan en daar veel gras eten.
- Daardoor is het darmstelsel constant volledig gevuld.
- Vooral de blinde darm, die aan de rechtkant van de buik loopt, is bij een grasbuik wat dikker.
- Een paard met een grasbuik is daardoor soms wat asymmetrisch; aan de rechtkant dikker dan aan de linkerkant.
- Een grasbuik betekent simpelweg dat je paard vol zit met vezels en kan absoluut geen kwaad.
Wanneer een paard veel stro eet wanneer hij op stal staat, kan dit ook een soort ‘grasbuik’ veroorzaken. Hierbij is extra aandacht wel wenselijk, omdat het eten van veel stro verstoppingen kan veroorzaken. Zorg altijd voor voldoende ruwvoer in de vorm van hooi en/of kuil om er voor te zorgen dat een paard niet teveel stro eet.
- Veel beweging zorgt ervoor dat de darmen actief blijven en dat een teveel aan stro wat gemakkelijker wordt afgevoerd.
- Zwakke buikspieren kunnen een paard ook dik of drachtig doen lijken.
- Hierbij is het gewicht van de darmen teveel voor de buikspieren om in het gareel te houden, waardoor de boel wat uitzakt.
Soms gaat dit gepaard met een weke rug. Doelgerichte training, die zowel de rug- als buikspieren versterkt, verhelpt hierbij niet alleen de bolle buik, maar komt ook de prestaties ten goede, omdat het paard zodoende zijn lichaam beter gaat gebruiken. Sommige (oudere) merries die een veulen ter wereld hebben gebracht houden altijd een buik die ze nog drachtig doet lijken.
Dit heeft vaak ook met de spieren te maken, maar is niet altijd te verhelpen. Een andere mogelijke oorzaak die soms wel vervelend kan zijn, is een opgeblazen buik, waarbij er veel gas in de darmen zit. In ernstige gevallen kan dit (gas-)koliek veroorzaken, wat gevaarlijk kan zijn. De oorzaak van overmatige gasproductie in de darmen ligt vaak bij het rantsoen: een overmaat aan koolhydraten die doorstroomt naar de dikke darm, wordt daar door darmbacteriën omgezet in gas.
Is de gasproductie groter dan via de darmen afgevoerd kan worden, dan ontstaat een gasophoping met alle gevolgen van dien. Wees daarom matig met zetmeelrijke voedermiddelen (granen, muesli’s, brok), (overrijp) fruit, en voer niet meer dan 1,5 kg krachtvoer per maaltijd.
Wat weegt een trailer met 2 paarden?
Paardentrailer 2 paarden van groot aantal merken – Het assortiment 2 paardstrailers en bestaat uit de merken Ifor Williams, Humbaur, Proline, Cheval Liberté en Bücker Careliner. Omdat wij van elke fabrikant diverse types en modellen kunnen leveren, zijn de mogelijkheden bijzonder uitgebreid.
- Bij het kopen van een paardentrailer 2 paards kunt u kiezen uit totaalgewichten tussen 2000 en 2700 kg.
- Het grootste aanbod vindt u bij Ifor Williams en Humbaur.
- Deze merken bouwen voor twee paarden ontworpen aanhangers in de gewichtscategorieën van 2000, 2600 en 2700 kg.
- De lengte, breedte en hoogte daarvan variëren van 316x165x230 cm tot 363x179x229 cm.
Van Cheval Liberté kunnen wij exemplaren van 2000 en 2600 kg leveren die qua afmetingen minder van elkaar verschillen. Proline en Bücker Careliner bedienen de segmenten van 2400 en 2500 kg. Daarbij zijn de wagens van Proline wat compacter. Het langste en breedste model is de Bücker Careliner L 2 paards trailer met zadelkamer.
De maten van deze aanhanger van 2500 kg bedragen 370x180x239 cm. Het laadvermogen per totaalgewichtsklasse wisselt overigens per merk. Aanhangwagens van Cheval Liberté van 2000 kg hebben bijvoorbeeld een capaciteit van 1180 kg. Bij een Humbaur of Ifor Williams paardentrailer in de 2000-categorie ligt dat rond de 1225 kg.
Het verschil wordt deels verklaard door de bakopbouw. Zo hebben aluminium trailers een lager eigen gewicht dan wagens van plywood.
Wat is een C pony?
| LRV Alvorens aan LRV-wedstrijden kan worden deelgenomen met een pony, dient de pony gemeten te zijn conform de LRV-meetprocedure. Stokmaatcategorieën
- De stokmaat van een pony bepaalt in welke categorie de pony ten behoeve van de sport wordt ingedeeld. De landelijke Rijverenigingen vzw kent vijf categorieën:
- categorie a: pony’s beneden een stokmaat van 1,09 m
- categorie A: pony’s met een stokmaat van 1,09 m en minder dan 1,17 m
- categorie B: pony’s met een stokmaat van 1,17 m en minder dan 1,27 m
- categorie C: pony’s met een stokmaat van 1,27 m en minder dan 1,37 m
- categorie D pony’s met een stokmaat van 1,37 m tot en met 1,48 m
- Pony’s groter dan de maximummaat (tot en met 1,48 m) zijn dus niet toegelaten.
- Van de gemeten hoogte worden gehele getallen genoteerd: vb.126,8 wordt 126 cm.
- De pony mag beslagen of onbeslagen – maar correct bekapt juist zoals vlak voor beslag – voor meting aangeboden worden. Bij beslagen pony’s wordt na de meting door de LRV-aangestelde-ponymeter één centimeter afgetrokken van de gemeten hoogte.
Indien de pony beslagen is, moeten alle ijzers de volledige vorm van een hoefijzer hebben.
Meetplicht
- Pony’s moeten tot en met de leeftijd van acht jaar jaarlijks worden gemeten in het desbetreffende werkjaar. Op deze regel is echter één uitzondering: pony’s ouder dan 8 jaar met 3 reglementaire metingen moeten niet aangeboden worden voor meting, zelfs indien zij niet op 8 jaar werden gemeten.
- De verjaring van de pony gaat in vanaf 1 oktober (begin winterseizoen), dat voorafgaat aan het bereiken van de leeftijd.
- Pony’s, die niet op de leeftijd van acht jaar gemeten zijn en/of op latere leeftijd bij LRV uitgebracht worden, moeten bij de eerstvolgende ponymeting alsnog éénmalig gemeten worden door een LRV-aangestelde ponymeter.
- Een pony mag maar éénmaal gemeten worden per werkjaar.
- De ponymeting gebeurt in regel in de winterperiode (tussen het nationaal ponytornooi en het eerste zomertornooi) of op de ponyprijskampen. Er zal vooraf provinciaal aangekondigd worden waar en wanneer pony’s gemeten worden.
- De laatste verplichte meting van de pony is de geldige. Iedere meting daarna is ongeldig.
- Het meetresultaat wordt onmiddellijk na de meting genoteerd. Beide partijen houden een schriftelijk bewijs van dit resultaat bij. Het meetresultaat wordt vervolgens door het nationaal secretariaat in de Equester-databank geregistreerd.
- Voor de aanvang van het zomerseizoen en voor de kampioenschappen moet de combinatie in orde zijn met zijn/haar ponymeting. Indien dit niet het geval is, kunnen de combinaties met de pony niet deelnemen aan het zomerseizoen en de kampioenschappen. Enkel voor combinaties, die geregistreerd werden na de laatste provinciale meting, zal een uitzonderlijke meting georganiseerd worden op het laatste ponytornooi van elke provincie en voor het Nationaal Ponytornooi.
- LRV behoudt zich het recht om op LRV-activiteiten een aangekondigde steekproef-meting te organiseren. De opgeroepen pony’s dienen zich aan te bieden op het gevraagde tijdstip. Indien de pony niet wordt aangeboden, kan de Ponycommissie beslissen de wedstrijdresultaten van de desbetreffende LRV-activiteit te diskwalificeren.
Aanvaarding metingen
- De meting gebeurt door een persoon, die in overleg met de provinciale ponycommissie van LRV en/of de provinciale ponycommissie van BWP wordt aangesteld. Dit heeft tot gevolg dat het stamboek van de Belgische Rijpony en LRV elkaars metingen accepteren.
- De meting van de Belgische Rijpony wordt voor LRV echter enkel aanvaard wanneer de betrokken pony deelneemt aan de BRP-activiteiten. Men kan zich niet louter voor de meting aanmelden op een BRP-activiteit.
- worden aanvaard door LRV maar onder dezelfde voorwaarde als LRV-metingen. Pony’s moeten tot en met de leeftijd van acht jaar jaarlijks worden gemeten. Een pony mag maar éénmaal gemeten worden per werkjaar. De ponymeting gebeurt in regel in de winterperiode. Enkel voor combinaties, die geregistreerd werden na de laatste provinciale meting, kan een FEI meting nog worden toegestaan buiten de winterperiode.
Identificatie van de pony Teneinde de identiteit van de ter meting aangeboden pony (met behulp van een chiplezer) vast te stellen dient de aanvrager voor de meting het paardenpaspoort voor te leggen. Wanneer het paardenpaspoort niet kan worden overgelegd, kan geen meting plaatsvinden. Omstandigheden en opstelling van de meting
- De provinciale en/of nationale ponycommissie stelt vast waar de meting plaatsvindt en deelt dit schriftelijk mee aan de bestuursleden van de ponyclubs. De organisator moet ervoor zorgen dat men kan beschikken over een vlak oppervlak van tenminste 3m bij 3m.
- De organisator dient ervoor te zorgen dat de omgeving vrij is van vermijdbare storingen en afleidingen, waardoor de pony van streek gebracht zou kunnen worden.
- Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar en/of de houder dat de pony goed handelbaar is en liefst gewend is aan de meetstok.
- De pony moet gepresenteerd worden met hoofdstel of met halster, zonder zadel en zonder kalkoenen (schroeven).
- De pony moet rustig behandeld worden en moet de kans krijgen rustig te worden voor de meting uitgevoerd wordt.
- De pony moet als volgt opgesteld worden:
- De voorbenen evenwijdig aan elkaar en loodrecht op de grond, de toongedeelten van de voorhoeven moeten zich op één lijn bevinden.
- De beide achterbenen moet gewicht dragen en zo loodrecht mogelijk op de grond staan; de toongedeelten van de achterhoeven moeten zich op zo gelijk mogelijke hoogte bevinden (niet meer dan 15 cm verschil).
- Het hoofd wordt in een natuurlijke positie gehouden (neus op schofthoogte).
- De meting dient te geschieden op het hoogste punt van de schoft. Dit is juist boven het spinaal uitsteeksel van de vijfde borstwervel, die kan betast worden, als nodig eventueel gemarkeerd, voor de meting uitgevoerd wordt.
- Wanneer de provinciale en/of nationale ponycommissie en/of diens afgevaardigde de pony en/of de omstandigheden ongeschikt vindt voor meting vanwege het onjuist voorbrengen, ongeschikte omstandigheden van terrein of omgeving of om welke andere reden dan ook, zal hij de aanvrager of diens vertegenwoordiger meedelen, dat de pony op een ander moment en onder de juiste condities zal worden gemeten. Deze beslissing is bindend.
- Het is verboden het resultaat van de officiële vaststelling van de stokmaat van een pony -alsmede de registratie ervan- te beïnvloeden.
Procedure voor hermeting
- Aanvraag door de houder :
- Tegen het resultaat van de meting als gevolg waarvan een pony wordt ingedeeld in de categorie a, A, B, C of D, kan door of namens het lid tegen betaling van de kosten voor een hermeting (honorarium van de dierenarts) schriftelijk bezwaar worden ingediend bij de Nationale Ponycommissie (Waversebaan 99 te Oud-Heverlee) en wel binnen 7 dagen na de datum van de desbetreffende meting.
- De hermeting van een pony, die is ingedeeld in de categorie a, A, B, C of D, wordt uitgevoerd op een door de LRV vastgestelde locatie door één of meer LRV aangestelde-ponymeter(s), niet zijnde de ponymeter tegen wiens beslissing beroep is aangetekend.De hermeting kan namens de LRV worden bijgewoond door een waarnemer(s). Ook het lid mag met een vertegenwoordiger(s) bij de hermeting aanwezig zijn.
- De pony dient aangeboden te worden conform het LRV-wedstrijdreglement en vrij te zijn van de op de FEI-lijst vermelde verboden producten. In geval van twijfel, zal er door de dierenarts een dopingtest uitgevoerd worden. In het geval, dat de test positief wordt bevonden, komen de kosten voor rekening van de houder. Indien de test negatief wordt bevonden, komen de kosten voor rekening van de LRV.
- Het resultaat van de hermeting vervangt de betwiste meting is bindend voor alle partijen.
- Indien de pony op grond van het resultaat van een (her)meting in een andere stokmaatcategorie wordt ingedeeld, dient de pony onmiddellijk na de hermeting in de nieuwe categorie te worden gestart.
- Aanvraag door de Nationale Ponycommissie :
- Tegen het resultaat van de meting als gevolg waarvan een pony wordt ingedeeld in de categorie a, A, B, C of D, kan door de Nationale Ponycommissie een hermeting opgelegd worden.
- De nationale ponycommissie heeft het recht om op elk moment een hermeting aan te vragen. Deze hermeting dient schriftelijk verstuurd te zijn naar de houder of de ruiter van de pony.
- De nationale ponycommissie heeft het recht om ten allen tijde op LRV-activiteiten steekproeven te organiseren. Indien een pony gevraagd wordt voor een ponymeting, is deze verplicht om zich aan te melden op het vooraf gecommuniceerde tijdstip. Indien de pony niet aangemeld wordt, worden alle uitslagen van de desbetreffende pony gediskwalificeerd op de desbetreffende LRV-activiteit.
- De hermeting van een pony, die is ingedeeld in de categorie a, A, B, C of D, wordt uitgevoerd op een door de LRV vastgestelde locatie door één of meer LRV-ponymeter(s). De kosten voor de hermeting zijn ten laste van LRV.
- De hermeting kan namens de LRV worden bijgewoond door een waarnemer(s). Ook het lid mag met een vertegenwoordiger(s) bij de hermeting aanwezig zijn.
- De pony dient aangeboden te worden conform het LRV-wedstrijdreglement en vrij te zijn van de op de FEI-lijst vermelde verboden producten. In geval van twijfel, zal er door de dierenarts een dopingtest uitgevoerd worden. Indien de test positief wordt bevonden, zijn de kosten voor rekening van de houder. Indien de test negatief wordt bevonden, zijn de kosten voor rekening van LRV.
- Het resultaat van de hermeting is bindend voor alle partijen.
- Indien de pony op grond van het resultaat van een (her)meting in een andere stokmaatcategorie wordt ingedeeld, dient de pony onmiddellijk na de hermeting in de nieuwe categorie te worden gestart.
: | LRV
Is het moeilijk om paard te rijden?
MOEILIJK MENS, MOEILIJK PAARD – Eigenlijk bestaan er maar heel weinig echte moeilijke paarden. Meestal is er in een vroeg stadium iets mis gegaan, door de de mens meestal. Het paard is verkeerd beleerd, op een verkeerde manier en te snel zadelmak gemaakt, en vaak ook niet echt ingereden.
Echt inrijden van een paard kost tussen de 500-800 uur! Zolang we eerlijk en respectvol omgaan met paarden, werken ze doorgaans graag met ons samen. Daarom blijkt dat een moeilijk paard het vaak moeilijk heeft onder invloed van de ruiter zelf. Meestal is probleemgedrag van het paard dus een consequentie van gedrag wat de ruiter zelf laat zien.
Als de ruiter bijvoorbeeld te weinig zelfvertrouwen heeft, te weinig rust heeft en te gejaagd is, dan merkt het paard dit op en gaat “moeilijk doen”. Eigenlijk vraagt een moeilijk paard jou eens goed naar je zelf te kijken. True Horsemanship helpt je hier graag bij.
Hoe zwaar mag je zijn voor een C pony?
Gewicht pony/paard
Schofthoogte | Indicatief gewicht |
---|---|
A- pony (tot 1.17 m) | 200 – 300 kg |
B- pony (1,17 – 1,269 m) | 250 – 300 kg |
C – pony (1,27 – 1,369 m) | 300 – 400 kg |
D- pony (1,37 – 1,48 m) | 350 – 450 kg |
Hoe oud moet je zijn om paard te rijden?
Leeftijd waarop paarden worden ingereden Een paard pas inrijden als hij drie jaar oud is wordt er gezegd. IJslanders lijken wel van een andere planeet te komen, die worden pas ingereden als ze vijf jaar oud zijn! Quarters daarentegen worden heel jong ingereden, al met 2,5 jaar.
Engelse volbloeds als ze 1,5 jaar zijn soms al, omdat ze al moeten koersen met 2 jaar. Zijn sommige rassen dan sneller volwassen dan andere? Hoe schadelijk is het nou eigenlijk om een paard te jong in te rijden? En wat is ‘te jong’? Wat gebeurt er in een paardenlichaam zolang een paard nog in de groei is.
Wat gebeurt er in het paardenlichaam als een paard nog groeit? Zolang een paard nog groeit worden de botten langer.Een bot bestaat uit drie onderdelen: diafyse, twee metafysen, en twee epifysen, zie plaatje 1. Bij nog niet volgroeide paarden zit er tussen de metafyse en de epifyse een groeischijf. In zo’n groeischijf wordt nieuw bot gevormd dat er voor zorgt dat het bot langer kan worden.
De groeischijven bestaan uit niet verkalkt kraakbeen. Kraakbeen is minder sterk dan bot. Pas als een dier volwassen is, verkalken de groeischijven. Raakt een groeischijf tussentijds beschadigt dan wordt het bot minder lang. Hormonen sturen de groei aan. Tenzij u bepaalde hormonen gaat inspuiten bij uw paard, is er aan het hele proces niets te versnellen of te vertragen.
Waar zitten al die groeischijven en wanneer sluiten ze? Het paardenlichaam zit vol met dit soort groeischijven: in de benen en in de rug. Het verbenen van het kraakbeen in de groeischijven, ook wel ‘sluiten van de groeischijven’ genoemd, begint onder in het lichaam van het paard. Dat de groeischijven in de benen gesloten moeten zijn voordat je op een paard stapt dat weten de meeste mensen nog wel. Wat de meeste mensen niet weten, is dat ook in de ruggengraat en heup van het paard groeischijven zitten. Die gaan pas sluiten nadat de groeischijven in de benen gesloten zijn.
De ruggengraat van het paard bestaat uit 32 wervels tussen de schedel en de achterkant van het paard. Op elke ruggenwervel zitten meerdere groeischijven. Deze sluiten pas als een paard 5,5 jaar oud is op z’n vroegst! Hoe groter je paard is en hoe langer zijn nek is, des te langzamer gaat dit proces. Een KWPN-er is pas volwassen als hij acht jaar oud is.
Het allerlaatste sluiten de groeischijven in de nekwervels ter hoogte van de basis van de nek van het paard. Een belangrijke reden om jonge paarden niet bij te zetten met longeren en ook de nek zo veel mogelijk vrij te laten in alle situaties. Maar wanneer kan ik dan beginnen met rijden? Het zal misschien vervelend zijn om te horen, maar geen enkel paard, van welk ras dan ook is volwassen voordat hij zes jaar oud is.
- De mensen van IJsland hadden dus veel beter in de gaten wanneer een paard voor het eerst bereden kon worden, dan wij mensen van het vasteland.
- Wat gebeurt er als ik wel eerder op mijn paard stap? De grootste schade die je waarschijnlijk zult aanrichten is schade aan de rug.
- Moet je dan al die tijd je paard maar in het land laten staan? Nee, er zijn 1001 dingen die je je paard kunt leren voordat je op hem gaat rijden.
Kijk maar eens naar de grondwerkopdrachten bij natural horsemanship, bijvoorbeeld van Parelli. Parelli biedt enorm goed zelfstudiemateriaal waar je een hele lange tijd meer vooruit kunt. Tegen de tijd dat je toe bent aan rijden, is je paard al aan alles gewend, is hij al te sturen en te wenden op de kleinste commando’s.
Steppen of wandelen met je paard is ook heel leuk voor degenen die geen zin hebben om een natural horsemanship programma te doorlopen. Maar waarom mag je dan al met een 3 jarig paard starten op wedstrijden? In de dressuur mag je een paard starten als een paard 3 jaar is geworden. De bedenkers van dressuur leefden in een hele andere tijd, waarin paarden onderdeel waren van oorlogsmaterieel.
Echter de paarden van de Spaanse rijschool worden ook eerst heel lang aan de hand getraind en pas vanaf een jaar of acht gaan ze moeilijke oefeningen doen en pas vanaf 10 jaar draaien ze mee in de shows. Veel paarden halen daar met gemak de respectabele leeftijd van dertig jaar en draaien op die leeftijd mee in de opleiding voor nieuwe ruiters.
Iets dat bijna onwaarschijnlijk lijkt als je ziet op welke leeftijd moderne sportpaarden met pensioen gaan. In de endurance mag je meedoen met een paard in de laagste klasse als het minimaal vier jaar oud is. Al een verbetering ten opzichte van de dressuurwedstrijden. Klasse II mag vanaf vijf jaar en klasse III vanaf zes jaar.
Klasse IV is opgesplitst in IV tot 140 km, hiervoor moet een paard minimaal zes jaar oud zijn, voor 140-160 km minimaal zeven jaar. Als je bedenkt dat de groeischijven in de rug op z’n vroegst pas sluiten met 5,5 jaar, geeft het toch te denken dat je met een paard dat nog niet die leeftijd heeft bereikt toch al wedstrijden mag rijden met een afstand van 40 tot 79 km.
- Dat is heel wat uurtjes een ruiter op je rug.
- Voorafgaand aan de wedstrijd wordt er meestal ook nog getraind, dus het blijft niet bij die ene wedstrijddag.
- Draf- en rensport zijn lastig met elkaar te vergelijken, omdat in Nederland de drafsport voornamelijk aangespannen plaatsvindt.
- Een paard kan veel eerder iets trekken, dan dragen.
Trekken is veel minder belastend voor een paard. In de rensport worden paarden al uitgebracht als ze 2 jaar oud zijn. Bij het opstellen van regelementen voor wedstrijden, waren de ontwerpers meestal niet op de hoogste van bovengenoemde kennis. Evenmin zijn wedstrijden bedacht om het welzijn van het paard te verbeteren.
Welk paard kan 100 kg dragen?
Draagkracht: wat kunnen paarden dragen? Uit: VrijRuiter, door Suzanne Admiraal. Niet zo lang geleden stond heel Nederland op zijn kop vanwege de ‘ponypletter’. Geheel terecht uiteraard, want wat die beelden lieten zien was op zijn zachtst uitgedrukt misselijkmakend.
In het geval van de ponypletter was het overduidelijk: deze ‘ruiter’ is te groot en te zwaar voor haar ‘rijdier’. Het arme beestje (dat nu gelukkig tevreden en gezond ergens in een wei schijnt te staan) zakte spontaan door zijn beentjes. Maar waar ligt nu eigenlijk de grens? En is er überhaupt zoiets als een ‘grens’ als het aankomt op een voor een paard gezond en acceptabel ruitergewicht? En hoe zit dat met maximale lengte? Is er een ‘maximaal verschil’ tussen de lengte van de ruiter en de schofthoogte van een pony of paard? Deze vragen hebben de afgelopen tijd bijna niet aflatend door mijn hoofd gespookt.
Het geval wil namelijk dat ik, met mijn 70 kg en ruim 1.80 meter, nogal verliefd ben geworden op een zevenjarige vosruin met een stokmaat van zo’n 1.47. Zijn naam is Syam, en hij is geboren en getogen op de hoogvlaktes van de Jura, waar hij nu nog steeds met zijn kudde rondloopt.
- Zoals de Fransen het zo mooi uitdrukken is hij ‘ONC’: een vuilnisbakkenras.
- Zijn functie is toeristen vanaf zijn rug de ruige en rustige pracht van de Jura te tonen.
- Syam is een stevig gebouwde pony, dat wel.
- Maar zou hij ook stevig en sterk genoeg zijn om mij de komende twintig jaar op zijn rug mee te sjouwen? Het laatste wat ik wil is zijn rug en benen de vernieling in helpen met mijn gewicht.
Een fanatieke zoektocht naar het antwoord op de gewicht/lengte kwestie volgde. Het forum van Bokt.nl was mijn eerste vergaarplaats van informatie. Maar zoals wel vaker het geval met forums, bood deze bron weinig duidelijkheid of bevredigende informatie.
De ene ‘bokker’ schrijft zonder enige problemen met 70 kilo op een Welshje van 1.36 rond te rijden, terwijl de ander haar 55 kilo toch al wel wat veel vindt voor haar pony van 1.45. Eigenlijk hangt het hele forum aan elkaar van heen en weer gesteggel van meningen en ervaringen die maar moeilijk met elkaar te vergelijken zijn.
Immers, de ene pony van 1.45 is de andere niet, en wat de ene ‘zielig’ vindt, blijkt voor de ander prima te werken. Ook is een veel aangehouden maatstaf ‘het plaatje’. Een antwoord op wat een pony of paard nou daadwerkelijk aankan, zul je er niet snel vinden.
Hoogste tijd dus om wat ‘wetenschappelijker’ bronnen aan te snijden. Ik stuitte op een artikel op de Nieuw-Zeelandse website Horsetalk.co.nz, dat een recent Brits onderzoek aanhaalt (Dr Hayley Randle & Emma Halliday, 2013). De informatie was behoorlijk schokkend: slechts één op de twintig ruiters zou binnen de zogenaamde ‘optimale gewichtsratio’ voor zijn paard vallen.
Twee derde van de ruiters past nog net binnen de ‘acceptabele gewichtsratio’; het overige één derde deel van de recreatieve ruiters is volgens het onderzoek ronduit te zwaar voor zijn paard. De gevolgen? Rugproblemen, kreupelheid en gedragsproblemen als bokken en steigeren.
- De percentages die Randle en Halliday verbinden aan hun ‘ruiter-tot-paard lichaamsgewicht-ratio’s’ verklaren het geringe aantal ruiters dat onder het kopje ‘optimaal’ valt, en lijken in veel gevallen ook niet haalbaar.
- Als optimale ratio wordt genoemd een ruiter van maximaal 10% van het lichaamsgewicht van het paard.
Dat zou dus willen zeggen dat ik met mijn 70 kilo een paard nodig heb van minimaal 700 kilo. In dat geval had ik beter naar de veemarkt kunnen togen voor een Comtois-dikbilpaard, in plaats van de Jura in te trekken. En IJslanders? Die kunnen dan maar beter als eco-grasmaaiers worden gepromoot.
De ‘acceptabele ratio’ dan: deze loopt tot 15% van het lichaamsgewicht van het paard. Dat klinkt al een stuk schappelijker. Ruiters van meer dan 15% van het lichaamsgewicht van hun paard worden een ‘welzijnsrisico’ genoemd, en diegenen van 20% van het gewicht van hun rijdier mogen zichzelf volgens Randle en Halliday als ‘welzijnskwestie’ beschouwen.
Toch weten de Britse onderzoekers hun eigen resultaten wel te relativeren. Zo geven ze toe dat de percentages weinig realistisch zijn, en vooral als richtlijn beschouwd dienen te worden. Ook bekennen ze geen rekening gehouden te hebben met leeftijd en ras van het paard, de tak van de paardensport die beoefend wordt en de rijkunsten van de ruiter.
Bepaald geen onbelangrijke factoren, lijkt mij zo. Niet genoemd maar wel belangrijk lijkt mij daarnaast de training en bespiering van een paard; in welke mate leert een paard het ruitergewicht ‘goed’ te dragen, en in hoeverre kan hij dit al van zichzelf? Daarnaast moet natuurlijk in acht genomen worden dat het gewicht van het paard waar vanuit gegaan wordt, het gezonde gewicht van het dier is.
Een moddervette Fjord kan niet opeens een zwaardere ruiter dragen dan een rasgenoot die een gezond gewicht heeft. Sterker nog: het dikke dier moet zijn eigen last al dragen, waardoor er minder draagkracht overblijft voor het ruitergewicht. Zo bekeken kun je je afvragen of sommige pony’s überhaupt wel met ruiters belast zouden mogen worden.
Een aantal aandachtspunten en kanttekeningen dus, maar weghonen moeten we dit onderzoek zeker niet. Doel is het opstellen van een wetenschappelijke richtlijn in de ‘paardenindustrie’, met oog op gezondheid en welzijn van het paard. En dat kunnen we natuurlijk alleen maar aanmoedigen. Ik besloot de richtlijnen van de Britten voor te leggen aan Jean-Yves, eigenaar Syam en zo’n 59 andere paardachtigen in de Haut-Jura.
Nu is een verkoper misschien niet de meest objectieve persoon als het aankomt op dit soort zaken, maar Jean-Yves is niet zomaar een verkoper. Hij is een bijzondere man. Eén die op een bijzondere manier communiceert met zijn paarden, die ervoor zorgt dat mens en dier rustig bij hem wordt en zich op zijn gemak voelt.
Een man die ‘de taal van het paard’ belangrijker vindt dan de verschillen tussen de Nederlandse en de Franse taal. Eén met de bergen van de Jura en zijn prachtige, pure dieren. Zijn antwoord luidde als volgt: ‘ Bonsoir Suzanne, ik weet niet precies wat Syam weegt, maar ik denk niet dat hij aan de 480 kg komt.
Maar ik ben er zeker van dat hij erg sterk is, dat heeft hij van zijn vader en moeder meegekregen. Een blik op zijn benen volstaat om te zien dat het een zeer ‘solide’ paard is! Ik denk dat deze regel vrij theoretisch is. Ik denk daarbij aan Mongoolse paarden ‘très petits’, die gedurende vele uren per dag mannen van meer dan 75 kilo dragen.’ Mijn gevoel zegt dat Jean-Yves een punt heeft.
Het ene paard is het andere niet, benen en bespiering kunnen een enorm verschil maken. Ik hoef niet naar de veemarkt en IJslanders zijn zo veel meer dan grasmaaiers. En toch, toch wil ik nog een ‘wetenschappelijk’ bewijs. Want ik wil het oordeel van een paardenman in hart en nieren en mijn eigen gevoel niet weghonen, maar ik wil ze ook zeker niet overschatten ten koste van een ponyrug.
Na enig intensief speurwerk tijdens werktijd kom ik terecht bij een onderzoek van Kentucky Equine Research. Ook niet bepaald de eerste de beste schreeuwerd als het op paardenkennis aankomt. Op hun staan talloze gepubliceerde onderzoeken, waarvan een deel direct gratis toegankelijk is.
- Was het onderzoek van Randle en Halliday verontrustend, dat van Kentucky Equine Research is een stuk geruststellender.
- Niet omdat het KER het niet zo nauw neemt met paardenwelzijn, maar omdat het veel meer factoren in acht neemt dan alleen het ruiter- en paardengewicht.
- Eén van die factoren is het verschil tussen pony’s en paarden.
Kunnen paarden volgens het onderzoek zonder problemen maximaal 20% van hun eigen lichaamsgewicht dragen, bij pony’s ligt dit percentage veel hoger: zo rond de 35 à 40%. Een verademing voor mij, en met mij vele andere recreatieruiters. Wat pony’s meer draagkracht geeft dan hun grotere soortgenoten, is hun bouw en bespiering.
- Niet zelden hebben ze meer spiermassa, degelijker beenwerk en een kortere rug ten opzichte van hun grootte.
- Deze eigenschappen maken de pony, om in de woorden van Jean Yves te spreken, ‘solide’.
- Paarden met brede lendenen kunnen naar verhouding meer dragen.
- Foto: justkarin.nl) Niet alleen het verschil in bouw tussen paard en pony, maar ook het verschil in bouw tussen pony’s en paarden onderling is van belang.
Paarden die breder zijn bij de lendenen, kunnen meer hebben dan de smallere exemplaren. Ook op de benen moet een blik geworpen worden, zoals Jean Yves al opmerkte. Gespierde, stevige benen op flinke, welgevormde hoeven, kunnen over het algemeen meer dragen dan knokige beentjes op kleine hoefjes.
Naast type en bouw neemt het KER nog een aantal andere factoren in overweging: training, conditie, leeftijd en de intensiteit van het werk. Zoals verwacht kan een paard dat door de juiste training zijn kracht en de balans heeft ontwikkeld en weet hoe hij zijn lichaam moet gebruiken, meer gewicht dragen dan een ongetraind of verkeerd getraind paard.
Paarden die regelmatig werken en een goede conditie hebben, kunnen beter en meer efficiënt presteren dan wat de Amerikaanse onderzoekers heel treffend ‘pasture potatoes’ noemen. Hier komt ook de pony met overgewicht versus het dier dat geen grammetje vet te veel meezeult om de hoek kijken.
- Verder spreekt het voor zich dat een oud dier dat niet meer de kracht en gezondheid van zijn jonge jaren bezit, bij voorkeur een lichtere ruiter heeft.
- Ook is het misschien niet zo’n goed idee om als grote, forse dame een arabiertje over hoge hindernissen te gaan jagen, terwijl een rustig buitenritje voor allebei leuk kan zijn.
Denk hierbij aan ‘backpacken’: rondtrekken met een grote rugzak op je rug. Van trein op trein overstappen gaat prima, een berg op zeulen wordt al wat lastiger, en ergens overheen springen laten we dat maar aan de sterke mannen van de Landmacht overlaten.
Omdat Kentucky Equine Research veel meer factoren bij het onderzoek betrekt dan Randle en Halliday doen, hecht ik meer waarde aan de Amerikaanse onderzoeksresultaten. Bovendien ‘weet’ iedereen dat een Fjord of een IJslander naar verhouding veel meer gewicht kan dragen dan een fragiele volbloed. Qua gewicht zit het dus wel goed tussen Syam en mij, daar hoef ik me geen zorgen over te maken.
Over lengte in relatie tot schofthoogte kon ik minder informatie vinden. Hoewel er op Bokt.nl diverse ‘stelregels’ worden geponeerd (variërend van een maximaal verschil van 20 tot 40 centimeter, afhankelijk van het formaat van het eigen paard), rept het onderzoek van het KER enkel over de balans van ruiter en paard.
- Zolang je als ruiter een goede houding hebt en jij zelf of je paard niet uit balans raken, is er geen reden tot paniek.
- Na een week lang nadenken en veel leeswerk kan ik concluderen dat er niet zoiets is als ‘een regel’.
- Jean-Yves, die bijzondere paardenman in de bergen, had gelijk.
- Natuurlijk is het goed dat er bepaalde richtlijnen zijn, en die zijn er ook niet voor niks.
Maar uiteindelijk moeten er veel verschillende factoren in overweging worden genomen als het gaat om de gewicht/lengte kwestie. ‘Het paard’ bestaat niet: het is geen massa geproduceerde Ikea-tuinbank met een maximaal draagvermogen. Ieder type, ras en ieder dier heeft zijn eigen eigenschappen die bepalen wie er wel en wie er liever niet op zijn rug kan klimmen.
Zodra het weer en de tijd het toelaten, ga ik weer naar de Jura. Hoe zwaar is ‘te zwaar’? Een van de meest geciteerde standaarden komt van de U.S. Cavalry Manual of Horse Management. Daarin staat dat ruiter en optoming niet meer mogen wegen dan 20 procent van het gewicht van het paard. Die optoming is belangrijk, een westernzadel weegt veel meer dan een Engels zadel.
Deze regels zijn opgesteld aan de hand van militaire ruiters en wetenschappelijke studies hebben hem door de jaren heen nog steeds geciteerd. Een ander van de Staatsuniversiteit van Ohio uit 2008 mat stress- en pijnindicatoren bij paarden voor, tijdens en na het dragen van 15, 20, 25 of 30 procent van hun lichaamsgewicht.
- De paarden moesten gedurende 45 minuten trainen om een gemiddelde les na te bootsen.
- De onderzoekers zagen dat de paarden spierpijn kregen wanneer ze de 20 kilo grens over gingen.
- Vanaf de 30 procent ging het snel.
- Paarden die 25 of 30 procent van hun lichaamsgewicht droegen hadden een hogere hartslag, ademhaling en temperatuur vergeleken met paarden die 15 of 20 procent droegen.
Deze bevindingen bevestigen dus de oude cavalerierichtlijn. Niet elk lichaamsgewicht is gelijk geschapen Maar dit alles kun je natuurlijk niet over één kam scheren. Moet je van een Volbloed verwachten dat hij hetzelfde kan dragen als een Quarter Horse van hetzelfde lichaamsgewicht? De Staatsuniversiteit van Ohio onderzocht dit vraagstuk door niet alleen te kijken naar lichaamsgewicht, maar ook naar de hoeveelheid bot.
- Dit wordt gedaan door de omtrek van het midden van het pijpbeen te meten.
- De onderzoekers maten ook de breedte van de lendenen van elk paard.
- Ze ontdekten dat de resultaten omgekeerd correleerden met spierpijn.
- Met andere woorden: paarden met meer bot en bredere lendenen leken beter gewicht te kunnen dragen zonder negatieve effecten.
Maar mijn paard doet het prima Deze studies zijn interessant voer voor academische doeleinden, maar als het gaat om het toepassen in de echte wereld, is het niet zo eenvoudig. Het lijkt misschien dat je paard het prima doet, zelfs al wordt hem gevraagd meer dan twintig procent van zijn lichaamsgewicht te dragen, dus waarom zou je je zorgen maken? Paarden zijn vaak stoïcijns.
- Ze werken door ondanks ongemak, omdat ze gefokt en getraind zijn om dit te doen.
- En zelfs wanneer ze tekenen vertonen van lichte pijn of kreupelheid, is het vrijwel onmogelijk om met zekerheid te zeggen dat dit probleem komt door het gewicht van de ruiter.
- Veel paarden die niet veel gewicht moeten dragen raken op een mysterieuze wijze kreupel en paarden die jaren moeten rijden met een te zware last blijven heel lang goed voordat er problemen ontstaan.
Een gewichtsprobleem Ruitergewicht is een gevoelig onderwerp. Aan de ene kant bestaan er terechte zorgen over onze hedendaagse levensstijl die zorgt voor een ongezond gewicht. Er is een opwaartse trend in obesitas en ook ruiters zijn hierin geen uitzondering.
- Daarmee neemt ook de last toe die we onze paarden vragen te dragen.
- Aan de andere kant is het moeilijk om de legitieme zorgen over ruitergewicht te scheiden van de oppervlakkige obsessie om mager te zijn.
- De paardenwereld is druk bevolkt met jonge meisjes en vrouwen, die in de stal hun uitvlucht vinden van de buitenwereld.
Een vergrootglas op ruitergewicht zet alleen maar druk op het ideaalbeeld, werkt een negatief gevoel van eigenwaarde in de hand en moedigt eetstoornissen aan. Studies hebben aangetoond dat discriminatie van mensen met overgewicht een serieus probleem is.
Niemand wil dat soort problemen op stal halen. Maar voor ruiters moet welzijn van het paard bovenop staan. Dat betekent niet dat volwassenen met overgewicht niet kunnen rijden. Het betekent wel dat er realistisch gekeken moet worden. Er moet een geschikte keuze op paardengebied worden gemaakt: moet je afvallen om op je huidige paard te blijven rijden? Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar maar weinig paardeneigenaren zullen zeggen dat het welzijn van hun paard al de moeite niet waard is.
Voor ruiters die op zoek zijn naar een paard is het probleem wat makkelijker op te lossen. Tanden op elkaar en ga op de weegschaal staan. Neem je optoming mee in het plaatje en kijk alleen naar paarden die geschikt zijn voor jou. Dat zorgt voor blijere, gezondere paarden en een goede relatie tussen paard en ruiter op de lange termijn.
Schofthoogte | Indicatief gewicht (kg) | Maximaal gewicht ruiter (kg) |
A-pony (tot 1.17 m) | 200 – 300 kg | 30 – 45 kg |
B-pony (1,17 – 1,27 m) | 250 – 350 kg | 37,5 – 52,5 kg |
C-pony (1,27 – 1,37 m) | 300 – 400 kg | 45 – 60 kg |
D-pony (1,37 – 1,48 m) | 350 – 450 kg | 52,5 – 67,5 kg |
E-pony (1,48 – 1,57 m) | 400 – 500 kg | 60 – 75 kg |
Paard (1,57 – 1,65 m) | 450 – 550 kg | 67,5 – 82,5 kg |
Paard (1,65 – 1,70 m) | 500 – 600 kg | 75 – 90 kg |
Paard (1,70 – 1,75 m) | 650 – 750 kg | < 90 kg |
Paard (1,75 – 1,80 m) | 700 – 750 kg | < 90 kg |
Paard (1,80 – 1,85) | 750 – 850 kg | < 90 kg |
ul> Indicatie gewicht enkele paardenrassen Shetlander: 200 – 250 kgWelsh pony: 205 – 340 kgIJslander: 300 – 450 kgArabier: 400 – 500 kgVolbloed: 460 – 600 kgWarmbloed: 500 – 700 kgFries: 500 – 700 kg Bron:
: Draagkracht: wat kunnen paarden dragen?
Hoe zwaar is een draver?
Login
Shetlander | 200-250 kg |
---|---|
Arabier | 400-450 kg |
Licht rijpaard | 450-550 kg |
Draver | 450-550 kg |
Normaal rijpaard | 550-700 kg |
Hoe zwaar is een Haflinger?
Antwoord: – Een richtlijn voor de hoeveelheid ruwvoer per dag is: ca.1 – 1,5 kg per 100 kg lichaamsgewicht. Een haflinger weegt ca.400 – 500 kg. Lees meer over het gewicht van je paard. Dit betekent dat hij ca.4 – 7,5 kg ruvoer mag krijgen. Afhankelijk van de kwaliteit van het ruwvoer en de conditie van het paard.
Het kreunen van je Haflinger heeft hoogstwaarschijnlijk niets te maken met de hoeveelheid ruwvoer. Als je een arme kwaliteit hooi geeft dan kun je eigenlijk nooit teveel voeren, als de je conditie maar goed in de gaten houdt door middel van een conditiescore, Als hij last heeft van nerveusheid tijdens het rijden, dan is het goed om zo min mogelijk krachtvoer te geven.
Er zijn speciale voeders voor Haflingers of sobere rassen verkrijgbaar. Of je kunt het krachtvoer vervangen door bijvoorbeeld een vitaminekoek, Deze leveren alle vitaminen en mineralen die je Haflinger nodig heeft, maar bevatten weinig energie en eiwit.
Hoe weet je of je paard te dik is?
Voel vervolgens het lichaam van je paard – Er zijn verschillende plaatsen op het lichaam van je paard waar je kunt voelen of hij een gezond gewicht heeft. Begin bij het voelen aan de nek van je paard. Hoe breder de nek, hoe meer vet er zit. Voel ook of de manenkam soepel is, een harde manenkam kan duiden op overgewicht.
Hierna ga je de schoft van je paard beoordelen. Voel met je handen de bedekking met vet van de schoft. Een paard met ondergewicht heeft een harde, hoekige schoft. Je kunt de botten voelen en er is geen vet aanwezig. Bij een paard met overgewicht voel je vooral vet rondom de schoft. Dit voelt dan zacht aan en je kunt het makkelijk induwen.
Bij de ellebogen van het paard kan ook gevoeld worden naar vetophopingen. Een beetje vet mag achter de ellebogen van je paard wel te voelen zijn. Als er helemaal geen vet aanwezig is, kan je paard ondergewicht hebben. Voel je echt veel vetkwabben, dan kan je paard overgewicht hebben.
De ribben van een paard met een gezond gewicht zijn voelbaar wanneer er je er met je hand overheen gaat. Druk hierbij niet te hard, de ribben moeten direct onder de huid voelbaar zijn. De ribben mag je echter niet zien. Bij een paard met ondergewicht kun je de ribben zien. Kun je de ribben niet voelen dan kan het zijn dat je paard overgewicht heeft.
Als de lendenen van een paard hard aanvoelen, dan zijn deze goed bespierd. Als je de lendenen van je paard kan indrukken en zacht aanvoelen, duidt dit op vet op deze plaats en dus overgewicht bij je paard. De staartaanzet is dé plaats waar vet zich ophoopt.
- Voel rondom de staartwortel of hier vet zit.
- Bij een te mager paard is op deze plaats geen vet te voelen en aan weerszijde van de staart zijn holtes te zien en te voelen.
- Bij een paard dat te dik is, voel en zie je uitpuilingen van vet rondom de staartwortel.
- Probeer aan de hand van deze maatstaven een oordeel te vormen of jouw paard een gezond gewicht heeft.
Wil je er zeker van zijn dat jouw paard een gezond gewicht heeft of twijfel je eraan? Raadpleeg dan altijd een dierenarts.